Wij hebben als advocaten soms te maken met dezelfde dilemma’s. De feiten verschillen weliswaar merk ik tijdens intervisiebijeenkomsten, maar de dilemma ‘s niet. Wat mij ook opvalt is dat het doen en laten van een advocaat, soms tuchtrechtelijke consequenties met zich meebrengt. Het volgende dilemma deed zich voor in een uitspraak van de het Hof van Discipline ’s-Hertogenbosch, ECLI:NL:TAHVD:2021:203.

Een advocaat kon niet in contact treden met zijn eigen cliënt en kon daarom ook geen rekening houden met de verhinderdata van deze cliënt voor de mondelinge behandeling van het kort geding. Wat zou u als advocaat doen? Naar de zitting gaan? Of  zou u zich terugtrekken?  Als u zich te laat terugtrekt kan dat klachtwaardig zijn. Wat als u wel naar de mondelinge behandeling toegaat zonder uw cliënt? Deze vraag stond centraal bij de klachtzaak die door het Hof van Discipline ’s-Hertogenbosch (HvD) behandeld werd.

De betrokken advocaat mailde en belde meerdere malen met de cliënt om de cliënt te informeren over de behandeling van het kort geding. Ook brieven die naar het juiste adres werden gestuurd zorgde niet voor contact met de cliënt. Daarom kwam het HvD tot de conclusie dat de klacht van de klager (ex-cliënt) ongegrond is. Dit betekent dat als u als advocaat uw best doet om in contact te treden met een cliënt en dat niet lukt, u niet klachtwaardig handelt, althans een klacht zou ongegrond worden verklaard. Zeker als u verder de zaak behandelt zoals een goed advocaat betaamt.